2022 Andalucia, Almería Alhamilla en Cabo de Gata.
Na al het corona-leed maakte de ontluikende 2022 lente zich meester van onze gedachten en we planden deze trip naar een eerder onbekend en onderschat stukje Andalucia. Niet Malaga, Granada, Cordoba en Sevilla… daar waren we al eerder, maar Almería, Alhamilla en Cabo de Gata, heuse Spaanse Parque Natural trokken onze aandacht en wat een meevaller werd dat zeg…. Eind april en begin mei leek ons nog net de goeie periode om de spaanse lente en de wildflowers mee te beleven bij redelijke zuiderse temperaturen. Zuiderhuis en Apé bezorgden ons een set uitgestippelde stevige wandelingen die best wel uitdagend oogden.
In de al te vroege ochtend van 30 april bracht TuiFly ons rechtstreeks naar Almería. Het personeel van het historische, oude Hotel Balneario hoog in de Sierra Alhamilla moest alle registers opentrekken om onze boeking terug te vinden maar het lukte. Geen 5, 4 of 3 sterren maar wel vol met charme en historische baden met geneeskrachtig water, bovendien op een schitterende locatie. De 17km lange wandeltocht naar Pechina gaat door de vervallen filmdecors van bijbelfilm “Exodus, Gods and Kings” die hier werd opgenomen in 2013. Sierra Alhamilla is een half-woestijn gebied met prachtige rotsformaties en landschappen. Wat dieper in de Alhamilla ligt Tabernas met nog straffere woestijnlandschappen. De filmset van Sergio Leone’s “For a few dollars more” en “The Good, the Bad and the Ugly”, niet in Hollywood maar hier opgenomen in 1966, werd omgebouwd tot een themapark waar wij alvast met een boog omheen wandelen. Af en toe kruisen we het pad van Johan en Hilde, een sympathiek Vlaams koppel, die een gelijkaardig parcours wandelen weliswaar met een andere timing. Door de extra dag die we hier boekten zie ik de kans schoon om de gewandelde parcours vanop de weg tele op beeld vast te leggen….
Op weg naar onze volgende bestemming Nijar passeren we bij Hertz om onze huurwagen, die een raar getik in de motor en nog wat vertoont, om te wisselen. We zullen onze sportieve oranje C3 missen maar safety first natuurlijk! Het prachtig dorp Nijar ligt aan de andere kant van de Almahilla Parque National. Onze pleisterplaats ligt hoog boven Nijar in de Cortijo La Alberca op het wegje naar Huebro. Celeste, de sympathieke eigenares van de Cortijo tovert met gemak schitterende Italiaans geïnspireerde diners op tafel; fantastisch! We wandelen via GR140, Ruta del Agua, langs de historische watermolens omhoog naar Huebro. Behoorlijk doorweekt door een forse regenbui onderweg worden we gelukkig vriendelijk opgevangen in het plaatselijke Huebro restaurantje Casa Enriqueta. We zijn de enige niet locale menselijke wezens aanwezig daar. Het water blijf maar stromen, de tocht naar de mijn hoog in Almahilla zit er niet meer in en we dalen terug af naar de Cortijo. Ook morgen staat er een zondvloed op het programma. Goed voor de groententuin van de Cortijo van Celeste maar wandelen zit er alweer niet in. Bij het vallen van de avond is het overgewaaid en trek ik wat hoger boven Nijar om foto’s van het dorp en de vallei te maken. De gigantische plastic serres hier in de vallei voorzien heel Europa van tomaten en paprika’s. De historisch erg arme streek tilde zich in het verleden via deze groentencultuur uit de armoede en werd heel succesvol. Vele bezoekers vinden de serres lelijk maar de combinatie van de mooie natuur met de gigantische witte serres oogt best wel mooi en fotogeniek, vind ik. Het is ook een soort “trademark” van de streek.
We nemen met tegenzin afscheid van Celeste en haar Italiaanse diners en rijden nu richting kust, San José en Cabo de Gata. De geplande wandeling vanuit San José brengt ons na flink klimmen in een met wildflowers en lavendel bezaaide afdaling naar de schitterende, ongeschonden en eenzame Playa Genoveses (zie foto’s), alwaar Kris haar kleren uitgooit en zich naakt een sierlijke duik in de Middellandse zee permitteert… droomde ik 😂. Onze verzameling “schelpen van de wereld” wordt hier aangevuld. Na de klim naar het uitzichtpunt Morrón de los Genoveses, later nog de prachtige Playa Barronal en Playa Monsul die wel door topdesigners lijkt ontworpen. De playa werd door Steven Spielberg gebruikt om scenes op te nemen van de film “Indiana Jones”. Hij noemde dit het mooiste strand van Europa. Er staat alweer 20km op de stappenteller. Mooi!
Ons volgend pleisterplaats ligt in het mooie Rodalquilar, een dorp 15km verderop San José, wat verwijderd van de kust en middenin prachtige decoratieve vulkaanbergen. We werden verwittigd dat door de hevige regenval van de laatste dagen er een rivier was ontstaan die de hotelparking slechts bereikbaar maakte na trotseren van een rivierdoorgang. Als gebrevetteerde 4×4-rijder(in Namibia) leek me dat geen onoverkomelijke hindernis, alhoewel een lage, automatische auto natuurlijk geen 4×4 is. Gezwind in één beweging haalde ik zonder problemen de overkant van de rivier. De omgekeerde richting leverde later echter meer problemen op. Ik reed totaal vast in de bedding en slechts met hulp geraakte ik er uiteindelijk ongeschonden uit. Met een zware fotorugzak op de rug en nog zwaardere bagage in de handen verloor ik op het smalle onstabiele padje naar het hotel mijn evenwicht en plofte met alles erop en eraan in de beplanting langs het pad. Die beplanting bestond uit prachtige cactussen, maar wel pijnlijk en kwetsend als je erin ploft. Mijn arm en been waren behoorlijk bloedend gehavend. Ik melde de hotelmanager dat ik ge-crached was in de cactussen langs het pad, wijzend naar mijn bloedende wondjes. Het zijn geen cactussen, kreeg ik alvast een les plantenkunde mee, maar gedoornde planten zonder zich verder om mijn kwetsuren te bekommeren. Gelukkig zijn we zelf doorgaans goed uitgerust met medisch materiaal en arrangeerde Kris de mankementen in een handomdraai.
De tocht naar Los Escullos gaat eerst het binnenland in. Er zitten wel degelijk 350 hoogtemeters in het traject dus een strandwandelingetje is het duidelijk niet en er moet flink geklommen worden. Los Escullos heeft “fossiele duinen” die prachtige rotsformaties opleveren. “Never Say Never Again”, de beroemde James Bond film, werd hier blijkbaar gedeeltelijk opgenomen. Aan de top-attraktie, de spectaculair overhangende rots, lunchen we en worden er vervoegd door een groepje wandelaars waarvan de gesprektonen ons bekend in de oren klinken. Het blijkt een groepje Vlamingen uit Gent die ook terug naar San José wandelen langs dezelfde route. Na een plezante babbel gaan we op pad, eerst langs mooie rotsformaties en dan via een lange hoog boven de zee gelegen weg met mooie uitzichten… richting San José. Ons wandeltempo ligt beduidend hoger dan het groepje dus verliezen we hen algauw helemaal uit het oog. Het afdalen naar San José blijk nogal tricky maar het lukt uiteindelijk wel dankzij het GPS-track. We vragen ons wel af hoe het groepje achter ons dat zonder GPS gaat klaren. De dagteller duidt alweer 20km aan. In hetzelfde vriendelijk cafeetje van deze morgen bestellen we nog iets lekker om te eten en te drinken en dan terug naar de cactussen van Rodalquilar. ’s Avonds komen we weer naar San José om te dineren. Het lukt hier iets beter dan in Rodalquilar.
Vandaag staat Rodalquilar – Las Negras – San Pedro – Rodalquilar op het programma. 19km en met 450 hoogtemeters. Een stevige tocht dus naar het iconische San Pedro, een hippie-nederzetting die alleen via een smal pad of de zee bereikbaar is. Het levert prachtige vergezichten op en ook een mooie salamander die zich beweegt zoals de bladeren van een struik in de wind. San Pedro is schitterend gelegen maar de hippies hebben er toch maar een zootje van gemaakt, vinden we, dus lang blijven we er niet, maar… leven en laten leven natuurlijk, wat ons betreft. De terugkeer naar Rodalquilar, dwars door de natuur, is best wel eenzaam, we ontmoeten geen levende ziel op het hele traject. Na terugvinden van de huurauto gaat het richting Agua Amarga, ons laatste station van de trip. We gaan er drie dagen verblijven.
Agua Amarga is nog steeds onontdekt door het massatoerisme. 400 inwoners, witte huizen, niks hoogbouw en een vriendelijke, spontane, authentieke atmosfeer. We hebben het hier getroffen voor onze laatste dagen. De eeuwenoude olijfboom bereiken we na een stevige klim naar de oude mineralenmijn, waarna een met wildflowers bezaaide route door het binnenland. Cala de Enmedio werd door NY Times verkozen als één van de beste stranden van Europa. Het is alleen bereikbaar via een behoorlijk lastig en lang pad door de natuur. Deze uitdaging gaan we ook niet uit de weg, maar het volgende mooie strand Cala del Plomo laten we voor wat het is.
Onze totaal-score benadert 140km wandelen op de 7 wandeldagen, een familiaal record! Johan en Hilde lieten ons per SMS weten dat we zeker restaurant La Villa in Agua Amarga moesten proberen. Inderdaad… topkeuken! We ontdekten ook nog restaurant Asador La Chumbera waar we ons afscheid van Cabo de Gata vierden. Spaanse culinaire capaciteiten nogmaals bevestigd hier in Agua Amarga!
Dank aan Zuiderhuis, Apé, Tuifly en Sunnycars/Hertz voor de organisatie en de hulp om deze prachtige trip te kunnen maken! We zullen u bij de Goden aanbevelen!
2 reacties
Permalink
Weer ’n prachtige reeks….natuur & landschap
heerlijk avontuurlijke trip….’n pareltje!
Paul, pech van die ‘droom’…..te mooi om waar te zijn….
’n volgende keer beter Kris!!
Permalink
Bedankt Mia en Willy voor de leuke reactie! Ik hoor dat jullie ook algauw die kant opgaan, alvast veel plezier gewenst!